Levensstijl van ouders versus behoeften van baby’s
Het straatbeeld van de kinderwagen mag er weer wezen dit jaar. Kekke kinderwagens met designmotiefjes door wereldberoemde ontwerpers. Super stijlvolle strollers met dito kinderen erin. Autostoeltjes, zo mooi dat je er ook zonder kind graag mee rondrijdt in je Porsche.
Nederlandse kinderwagens doen het uitstekend in het buitenland en zijn zelfs trendbepalend. Wat is die trend? Stijlvol en klein. Ieder jaar mooier en kleiner. Hoe klein kan een kinderwagen worden? Baby’s passen al lang niet meer in de gemiddelde kinderwagen, zeker niet plat liggend tot negen maanden. Waar houdt het op? Er is zelfs een kinderwagen op de markt waarin de baby al vanaf de eerste dag niet vrijelijk kan bewegen, want het minimalistische design dicteert dat de duwstang midden door de kinderwagenbak moet lopen. De baby ligt gedwongen met de benen aan weerszijden van de duwstang. De behoeften van de baby zijn geheel ondergeschikt gemaakt aan de styling en de verkleining van het product.
Dit komt het comfort van de baby niet ten goede. Ouders hebben dat niet in de gaten, maar dat is niet vreemd. Wat weet een ouder in spe nu immers van de behoeften van een baby? De meeste informatie die zij hierover krijgen komt van fabrikanten. Dat hoorde ik van het consultatiebureau. Hun goede raad aan ouders wordt nauwelijks gehoord omdat zij geheel overstemd worden door de grote hoeveelheid informatie van fabrikanten. Fabrikanten spelen met producten en adviezen in op de wensen van consumenten, die wel goed weten wat zij zelf willen (kleine kinderwagens, trendy designs) maar niet wat een baby nodig heeft.
Consumenten willen datgene kopen wat fabrikanten aanprijzen en gaan voor het gebruik af op de informatie die hen gegeven wordt. Wervende teksten verzekeren de jonge ouders dat ze hun kind o zo makkelijk overal mee naartoe kunnen nemen, waardoor ouders denken dat dat normaal en zelfs goed is. Rust, Regelmaat en Reinheid zijn ‘uit’. Je krijgt het gevoel dat je jezelf en je kind tekort doet als je niet voortdurend op pad bent met je baby. Dus blijven ouders vragen om nog kleinere wagens die nog makkelijker mee te nemen zijn.
Zo bijt de slang zichzelf in de staart en krijgt de consument wat hij zelf wil, een product dat aansluit bij zijn levensstijl, maar niet waar een baby behoefte aan heeft: een kinderwagenbak met voldoende ruimte om tot negen maanden comfortabel plat te liggen en vrij te kunnen spartelen en draaien (waarom dit zo belangrijk is, is hier al vaker uitgelegd).
Dit is het resultaat als een babyproduct ontworpen wordt als een product voor volwassenen, waarbij de wensen van de ouders uitgangspunt zijn. Maar ontwerpen voor baby’s is niet hetzelfde als ontwerpen voor volwassenen.
Baby’s kunnen nog geen mening geven over een product of een gebruikssituatie. Ze hebben geen inspraak en kunnen zich niet op eigen kracht aan een ongewenste situatie onttrekken. Zij zijn kwetsbaarder dan andere gebruikers, geestelijk en lichamelijk nog in ontwikkeling en in alles afhankelijk van hun verzorgers.
Daarom is het extra belangrijk om hun belangen en behoeften te erkennen en actief mee te nemen in het ontwerpproces. Dat begint met het expliciet formuleren van dit streven aan het begin van het ontwerpproces, het opnemen van activiteiten hiervoor in de planning en het inwinnen van deskundig advies op het gebied van baby-ergonomie.
Door bij de keuze van een concept en de uitwerking van de details de ergonomische eisen voor de baby voorop te stellen, kan een ontwerp gerealiseerd worden dat zoveel comfortabeler is voor het kind. Een goed ontwerp combineert dit met stijlvol design. Voorlichting stelt ouders vervolgens in staat een bewuste keuze te maken voor een kinderwagen, niet alleen op basis van hun eigen levensstijl, maar ook op basis van de behoefte van hun kind. Natuurlijk is een baby geen bijzaak. En dat mag een kinderwagen best uitstralen. In de lengte en in de breedte.
Deze column van Brecht Daams verscheen eerder in Babywereld, vakblad voor baby- en kinderproducten, september 2012.