In een Gooische winkel kwam ik deze zomer op een warme dag een vrouw tegen met een erg jonge baby in een autostoeltje op wielen. Waarom zat het kind in een autostoel? Ik vroeg het haar. De moeder legde uit dat het zo warm was, en dat de autostoel haar voor het kind minder warm leek dan de kinderwagenbak. Ze zei er ook snel achteraan dat haar kind niet langer dan 2 uur in het stoeltje zat, hoor! Maar dan toch zeker niet elke dag, 2 uur in een autostoel? ‘Ja, mijn kind zit elke dag twee uur in het autostoeltje’. Ik vroeg waarvoor ze de autostoel dan gebruikte, want het kind zou toch niet twee uur per dag in de auto rijden? De dame keek me verwonderd aan,‘Natúúrlijk rijden we twee uur per dag in de auto, we wonen toch in het Gooi?!’ Natuurlijk?
De moderne mens lijkt steeds meer terug te keren naar zijn prehistorische nomadische bestaan. Iedereen maakt gretig gebruik van moderne vervoermiddelen en draadloze communicatie, men is het liefst overal tegelijk. ‘Ik ben, want ik ben onderweg’ lijkt de leuze.
Baby’s worden in dit mobiele bestaan ‘natuurlijk’ meegenomen, zoals dat vroeger ook bij nomaden gebeurde. Wij hebben het in het moderne leven echter beter voor elkaar, denken we. Voor ons geen gezeul met peuters op de rug en baby’s aan de borst, maar een uitgelezen verzameling kekke producten om ze veilig en handig in op te bergen en mee te nemen.
De fabrikanten van producten voor babytransport en –opslag onderkennen de mobiele behoeften van hun klanten en spelen daar professioneel op in. Hoe kleiner en lichter de producten zijn hoe mobieler, en dus des te hipper. De ontwikkeling schrijdt voort als een russische babushka: elk nieuw model is kleiner dan het vorige. Mooi, maar de consequentie is dat er in die producten steeds minder ruimte is voor baby’s. Eh … waar was die kinderwagen ook al weer voor bedoeld?
Wat is er nodig voor een optimale lichamelijke èn geestelijke ontwikkeling van een baby? Veilig vervoer in een goedgekeurd autostoeltje, maar dat stoeltje alleen in de auto gebruiken en alleen autorijden als het echt moet. In kinderwagen, bed en box moeten baby’s plat liggen en voldoende ruimte hebben om met armen en benen te kunnen spartelen. Onder toezicht van de ouders regelmatig op de buik gelegd worden. Pas zitten als ze dat kunnen (‘ondersteuning’ voorkomt niet dat het lichaam in elkaar zakt). Ook oudere kinderen hebben overigens ‘spartelruimte’ nodig in hun buggies. Dit zijn groten- deels recente inzichten die nog niet bekend zijn bij het grote publiek.
Dat blijkt wel uit eigen observatie van toevallige passanten op straat. Ik telde de afgelopen tijd 40 jonge baby’s die met hun ouders aan het winkelen waren, de kermis bezochten en een café-terrasje pikten. Daarvan lagen er slechts 11 in een kinderwagenbak. De andere baby’s zaten in autostoeltjes of in de achterover gekantelde mini-zitjes die tegenwoordig bij kinderwagens geleverd worden. Kinderen kunnen er niet goed in bewegen en ze liggen niet plat – onverantwoord bij langdurig gebruik. Maar die te kleine wagens passen gelukkig wel op het kleine terras, ze staan er niet teveel in de weg en zien er heel hip uit. Wat wil een Gooische Vrouw nog meer?
Deze column van Brecht Daams verscheen eerder in Babywereld, vakblad voor baby- en kinderproducten, september 2010.