Hoewel de eerste autostoelen voor baby’s en kinderen al meer dan honderd jaar geleden werden bedacht, is het gebruik ervan pas de laatste decennia populair geworden. Dat komt waarschijnlijk omdat kinderstoelen vroeger vooral werden gemaakt om het van de bank rollen en het door de auto kruipen te voorkómen. Pas sinds de jaren zeventig worden autostoelen ontworpen voor bescherming bij auto-ongevallen, waardoor vele kinderen van de dood zijn gered. De fabrikanten verbeteren hun producten continu, tot op de dag van vandaag, en botsproeven tonen aan dat ze steeds veiliger worden. Tegenwoordig kan je bij een aanrijding beter als baby in een baby-autostoel zitten dan als volwassene in een gewone autostoel. De laatste jaren zijn baby-autostoelen steeds meer in het straatbeeld te zien, in gebruik als surrogaat-wandelwagen. Wie goed beschermd is bij een botsing, die kan niets overkomen. Of toch wel?
Ik werd verontrust door een krantenartikel in het Algemeen Dagblad op 28 augustus 2009. Autostoeltjes voor baby’s moeten zo min mogelijk worden gebruikt, stelt hoogleraar kindergeneeskunde Hans van Goudoever van het Sophia Kinderziekenhuis in Rotterdam. Want baby’s nemen in een autostoeltje een houding aan waarin ze niet goed dóór kunnen ademen, waardoor het zuurstofgehalte kan dalen tot een te laag niveau. Vooral voor een kind dat te vroeg geboren is, of een ziekte of aandoening heeft, kan dat gevaarlijk zijn. Maar ook gezonde kinderen kunnen zuurstoftekort krijgen. “Ik ken gevallen waarin kinderen tijdens een lange autorit stopten met ademen en medisch ingrijpen nodig was”, aldus professor Van Goudoever.
“Er is geen alternatief voor autostoeltjes en je moet nu eenmaal af en toe de weg op met een baby. Maar de trend onder jonge ouders is dat je met een pasgeboren baby het leven moet kunnen leiden dat je altijd al had. Sommigen rijden zelfs met een pasgeboren kindje naar Italië. Zulke acties raad ik nadrukkelijk af.” Van Goudoever raadt het gebruik van auto- stoel als slaapplaats ook af. ”De baby slaapt lekker in tijdens het rijden en dan laten ze hem maar in het autostoeltje verder slapen. Dat moet je nooit doen. Ik vind dat hier veel meer bekendheid aan moet worden gegeven.”
Na dit artikel had ik een discussie over dit heikele onderwerp in de publieke media verwacht, maar dat gebeurde niet. Waarom niet? Het kan zijn dat men denkt dat dat zuurstoftekort wel meevalt, omdat mild zuurstoftekort een slapend kind niet is aan te zien. Het valt dus niet op. Ouders weten niet dat zuurstoftekort, hoe klein en onzichtbaar ook, altijd gevolgen heeft voor de hersenen. Het kan leiden tot ontwikkelingsstoornissen en leer- en gedragsproblemen. Die openbaren zich vaak pas op langere termijn, als het kind naar de basisschool gaat. Dus àls er sprake is van zuurstoftekort, dan vallen de gevolgen ook niet direct op.
Dat het probleem niet opvalt, wil niet zeggen dat het niet bestaat. Waarschijnlijk heeft maar een heel klein deel van de jonge baby’s hier last van, maar al met al is het toch wel voldoende reden tot voorzichtigheid. Kortom, autostoelen voor baby’s zijn veilig, maar het gebruik ervan moet doordacht gebeuren.
Wat is het advies aan ouders om hun kinderen zo min mogelijk kans te geven op zuurstoftekort?
- Blijf de autostoel gebruiken en vertrouwen! Autostoelen bieden de broodnodige bescherming bij een aanrijding of noodstop. Niets is zo gevaarlijk voor een baby als een autorit zonder autostoel. Maar:
- Vervoer een jonge baby alleen met de auto als het echt moet (ziekenhuisbezoek, consultatiebureau). En maak zeker geen lange vakantiereizen.
- Laat een jonge baby zo kort mogelijk in de autostoel zitten, dus niet met de autostoel op een onderstel gaan winkelen of wandelen.
- Laat het kind ook niet in de autostoel zitten ‘omdat het zo lekker slaapt’, dat is juist gevaarlijk. Wellicht dat het gebruik van een daarvoor geschikte babydrager in de autostoel het makkelijker maakt om een slapend kind uit de stoel te halen zonder het wakker te maken.
- Ouders van een te vroeg geboren, te licht of ziek kind, of een kind met een aandoening, moeten extra alert zijn op de juiste manier van vervoer van hun kind, omdat bij die kinderen de kans op zuurstoftekort groter is.
Op die manier blijft de bescherming die de autostoel biedt optimaal, terwijl de kans op zuurstoftekort zo klein mogelijk is.
Literatuur
Wie meer wil weten over dit onderwerp kan informatie vinden in de volgende artikelen:
Bass, J.L., Corwin, M., Gozal, D., Moore, C., Nishida, H., Parker, S., Schonwald, A., Wilker, R.E., Stehle, S. en Kinane, T.B., 2004. The effect of chronic or intermittent hypoxia on cognition in childhood: a review of the evidence. Pediatrics 114 (3), pp. 805-16.
Bull, M.J. en Engle, W.A., 2009. Safe transportation of preterm and low birth weight infants at hospital discharge. Pediatrics 123 (5), pp. 1424-9.
Cerar, L.K., Scirica, C.V., Stucin Gantar, I., Osredkar, D., Neubauer, D. en Kinane, T.B., 2009. A comparison of respiratory patterns in healthy term infants placed in car safety seats and beds. Pediatrics 124 (3), pp. e396-e402.
Deze column van Brecht Daams verscheen eerder in Babywereld, vakblad voor baby- en kinderproducten, december 2009.